Voor het boekje Wie kan er aarden hier beneden?: over de betekenis van de hemel schreef ik een bijdrage over de manier waarop in het Oude Testament aangekeken wordt tegen de hemel. Ooit (in 1986) heb ik in mijn proefschrift betoogd dat het geloof in een leven na de dood en de hoop op Gods ingrijpen daarbij een veel grotere plaats innam in de godsdienst van het oude Israël dan de weinige teksten hierover in het Oude Testament doen vermoeden. Daar ben ik nog steeds van overtuigd. Dat neemt niet weg dat ook duidelijk is dat de lezer in het Oude Testament voortdurend naar het aardse leven wordt verwezen. Het geloof in een hemel en de hoop op een zalig leven na de dood staan niet op zichzelf. Het is niet zinvol om over dit onderwerp te gaan speculeren. Als erover gesproken wordt dan is het bedoeld om van daaruit de gelovige mens te helpen haar/zijn plek te vinden in dit aardse leven.
Hi nicee reading your post