In mijn functie als hoofdredacteur van PThUnie, het ‘Magazine van de Protestantse Theologische Universiteit’, word ik geacht elk nummer te beginnen met een wervend stukje, waarin de belangstelling van de lezer gewekt moet worden. Het is steeds weer de kunst om daarbij de juiste toon te treffen: niet al te zwaar, maar ook weer niet te lichtvoetig. Het moet iets academisch uitstralen, maar ook duidelijk maken dat men niet hoeft te vrezen voor moeilijk te verteren, ingewikkeld proza.In zo’n situatie is enige ironie vaak wel passend. Deze keer kon ik mij in de inleiding en ook in een column prettig boos maken over het door mij waargenomen ongebreidelde gebruik van beeldspraak.