Bijbel en gender

De afgelopen maanden was ik druk bezig met het thema gender. Op de PThU gaf ik samen met Heleen Zorgdrager de bachelorcursus “Seksualiteit en Gender”. Daarin besprak ik de teksten in de Bijbel die doorgaans een rol spelen in discussies op dit terrein. Het is boeiend en soms ook ontluisterend om te zien hoe de Bijbel gebruikt wordt om antwoord te geven op vragen rondom de vrouw in het ambt, homoseksualiteit en transseksualiteit. We lazen de bekende teksten in de Bijbel waarin seks tussen twee mensen van hetzelfde geslacht wordt veroordeeld. Dat negatieve oordeel valt niet te ontkennen, maar betekent dat ook dat je het niet mag relativeren? We lazen de bekende teksten in het Nieuwe Testament over Paulus die zegt dat vrouwen moeten zwijgen als het om geloofszaken gaat en in het boek Rechters over Debora die in naam van God krachtig het woord neemt. Wie heeft hier het laatste woord?

In diezelfde periode werkte ik mee aan het nummer van Schrift over gender met een bijdrage over Genesis 2. Daarin wil ik laten zien dat er beweging zit in het verhaal van de schepping van de mens. Eerst is de mens alleen. Dan beseft God dat het blijkbaar toch niet zo goed is als eerst het geval lijkt te zijn en maakt hij er één bij. Vervolgens komen die twee tot het besef dat ze verschillend zijn: de ontdekking van het gender. In discussies waarin de Bijbel wordt gebruikt stelt men dit vaak voor als een voor altijd door God vastgestelde ordening. Ik zou er daarentegen voor willen pleiten om de beweging zoals ik die zie in het verhaal vol te houden. Zoals God moest vaststellen dat het in eerste instantie toch niet goed zat met die ene mens zo moeten we vaststellen dat een mens soms ontdekt dat het niet goed zit met dat lichaam waarin hij/zij zit of dat voor hem/haar heteroseksualiteit helemaal niet zo vanzelfsprekend is als men beweert. Zou men dan niet, net zoals God deed volgens Genesis 2, er een schepje bovenop mogen doen?

Overigens was het ook leuk om nader onderzoek te doen naar de manier waarop vertalers worstelden met het woordspel in Genesis 2:23. In het Hebreeuws lijken de woorden voor “man” en “vrouw” sprekend op elkaar. In het Engels ook: “man” en “woman”. Nederlandse vertalers hebben het er moeilijk mee.

Amsterdams Cahier over Matteüs

Het is liefdewerk oud papier, maar we doen het met plezier: er is weer een nieuw nummer van de Amsterdamse Cahiers voor de Exegese van de Bijbel en zijn Tradities (ACEBT) uit. Deze keer over het evangelie naar Matteüs. Als redactie en auteurs worden we er niet rijker van. We doen het gratis (pro Deo) en met veel moeite spelen we bij de uitgave quitte. Maar als je de bundel in handen hebt, besef je ook dat dit nieuwe papier die moeite waard is: inhoudelijk de moeite waard en mooi om te delen.

Voor de achterkant schreef ik de (blurb)tekst:

Het Evangelie volgens Matteüs is fascinerend leesvoer, hoe je het ook bekijkt. In dit nummer van de Amsterdamse Cahiers voor de Exegese van de Bijbel en zijn Tradities wordt het bekeken vanuit verschillende perspectieven. Hoe verbindt Matteüs zijn boodschap met de tradities zoals we die kennen van uit de Hebreeuwse Bijbel? En hoe met de joodse tradities uit zijn eigen tijd? Wat is er te merken van de confrontatie met de Romeinen? Wat bedoelt Matteüs precies met kruisdragen? Welk beeld schetst Matteüs van Johannes? En van Petrus? Hoe verhoudt zich het evangelie van Matteüs tot het lang vergeten, maar indertijd invloedrijke boek Didachè? Waar en hoe zal het allemaal eindigen volgens Matteüs? En wat is er met Jezus nu precies begonnen? Inderdaad, fascinerend!

Deze bundel bevat bijdragen van Pieter de Boer, Arco den Heijer, Henk Hoet, Hedda Klip, Rinze Nieuwenhuis, Bas van Os, Eric Ottenheijm, Nico Riemersma, Marco Rotman, Huub van de Sandt, Marco Visser, Wim Weren, Ruben van Wingerden en Gerard van Zanden & Rinse Reeling Brouwer.

Podcasts over profetie en ouderen

Het is een verbazingwekkend nieuw fenomeen: de podcast. Van alle kanten wordt mij aangeraden om er zowel als gebruiker en als maker mee aan de slag te gaan. Eerst waren er Facebook en Twitter waarmee ik mij en daarmee de universiteit nodig moest gaan profileren. Ik wacht nog op de aanmaning om plaatjes te gaan delen op Instagram en filmpjes op Tiktok. Maar tussendoor kwam dus de podcast. Dat verbaast mij, omdat het in feite om een oude manier van communiceren gaat. Ik herinner mij nog cursussen op cassettebandjes. Het enige verschil is dat die nu via internet beschikbaar zijn. En hoe zit dat nu met de aanwijzing die ik krijg als ik werk aan een website: houd het kort, want bezoekers nemen niet de tijd om lange teksten te lezen? Heeft die ongeduldig surfende lezer dan wel de rust om die soms tamelijk lange podcasts af te luisteren? Of is het een andere doelgroep?

Hoe dan ook, kort na elkaar kreeg ik uitnodigingen om mee te werken aan twee podcasts. De eerste ging over profetie, naar aanleiding van het nummer van Schrift over Amos en Micha. Een prettig gesprek met Elsbeth Gruteke. De tweede over ouderdom in de serie “Heilige Grond”. Een prettig gesprek met Frits de Lange. Ik wens de lezer die daar de tijd voor heeft veel luisterplezier.

Aan tafel!

Dit is het jaarthema van de Protestantse kerk in Nederland. Dat wist ik nog niet toen ik alweer vier jaar geleden in zee ging met Evert-Jan Vledder, predikant in Hellevoetsluis, in het kader van de Societas Doctorum Ecclesiae. Dat is een onderdeel van de permanente educatie van de PKN waarbij gepromoveerde dominees (de doctores ecclesiae) worden uitgenodigd om samen met een medewerker van de PThU te werken aan een publicatie. Evert-Jan kwam met een onderzoeksvoorstel waarin hij stelling wilde nemen tegen de veel gehoorde bewering dat godsdienst bijdraagt aan of zelfs veroorzaker is van geweld. Dat tegengeluid wilde hij vooral baseren op het werk van Dominique Crossan over de historische Jezus. Dat Evert-Jan aan mij werd gekoppeld – ondanks het feit dat hij bij het Nieuwe Testament wilde inzetten – had te maken met mijn eerdere werk op het gebied van godsdienst en geweld. Onze samenwerking resulteerde in een artikel dat onlangs verscheen in Kerk en Theologie. Het gaat vooral in op het idee van de positieve uitwerking van een breed ingezette tafelgemeenschap. Dat is een effectief wapen tegen het wij-zij denken. Pas onlangs besefte ik dat we hiermee naadloos aansluiten bij het jaarthema van de PKN. Dat was reden om het artikel ook via de nieuwskanalen van de PKN onder de aandacht te brengen. De uitgever was daarbij zo vriendelijk om het artikel gratis online te zetten.

De geschiedenis herhaalt zich

Dit jaar word ik 65. Ik heb dus enig recht van spreken wanneer ik vast stel dat het inderdaad zo is dat de geschiedenis zich herhaalt. Ik zie dat op heel veel terreinen. Vaak is het onschuldig en ook wel vermakelijk; bijvoorbeeld als je ziet hoe je kinderen met hun partners en met hun kinderen omgaan. Soms is een beetje vermoeiend, bijvoorbeeld als je ziet hoe men op de universiteit het onderwijs en het onderzoek probeert te stimuleren door het elke keer weer op zo’n manier opnieuw te organiseren en te controleren dat het eigenlijke werk in het gedrang komt.

Ernstiger wordt het in groter verband. De wereldgeschiedenis laat het elke keer weer zien: machthebbers laten het recht van de sterkste gelden. En vaak komen ze er mee weg. Als je niet oppast schrijven zij als overwinnaars ook de geschiedenisboeken.

In het Bijbelboek Rechters is herhaling een bepalend thema. In een artikel voor de Journal for the Study of the Old Testament heb ik alle vormen van herhaling op een rijtje gezet. Bekend is vooral het zich herhalende patroon van Israël dat gestraft wordt door God vanwege zijn ontrouw door het in de hand van de vijand te geven, Israël dat zich bekeert en gered wordt door een door God gezonden rechter/bevrijder, waarna Israël weer in de fout gaat en alles weer opnieuw begint. Maar er zit nog veel meer herhaling in. De eerste hoofdstukken zijn een herhaling van het verhaal van de verovering van het land. Het verhaal over Simson bestaat uit twee parallelle delen. Dat geldt ook voor het boek Rechters als geheel, dat als een tweeluik is opgebouwd. De boodschap is duidelijk. In feite is het een vraag: hoe kan in hemelsnaam deze zich herhalende geschiedenis worden doorbroken?! Het antwoord volgt in het boek dat in de Hebreeuwse Bijbel hier op volgt. Wat nodig is, is een machthebber die zijn macht niet misbruikt. Zo iemand is zeldzaam. Dat leert de geschiedenis wel. Koning David kwam dicht in de buurt. Een nakomeling van David dan misschien?

Schrift: Groene theologie en digitalisering

Het onlangs verschenen nummer van Schrift is gewijd aan de groene theologie. Ik schreef er het Ten geleide voor en een artikel over de manier waarop een verbinding gelegd kan worden tussen de huidige ecologische problematiek en de manier waarop de kerkvaders over de natuur schrijven.

Inmiddels zijn we al weer bezig met het nieuwe nummer. Dat wordt het laatste dat in druk zal verschijnen. Ik kondig het daarin ook aan: Schrift gaat digitaal. Men zou het een ecologisch verantwoorde keuze kunnen noemen. We besparen er immers het nodige papier mee. De ware reden is natuurlijk dat het economisch niet meer verantwoord is. Dat kan men betreuren, maar het lijkt ook onvermijdelijk. Het is niet het enige tijdschrift dat er in deze tijd aan moet geloven (Tijdschrift voor theologie ging ons onlangs voor) en dat niet alleen op de theologische markt (zie het einde van tijdschrift als Vogue en Esquire). We zouden natuurlijk nog wel kunnen proberen om stug vol te houden, maar dat zal slechts uitstel van executie betekenen (uitzondering op de regel is ACEBT). Beter is het om vol te gaan voor de mogelijkheden die het platform theologie.nl ons biedt. We gaan het zien.

ACEBT Webinar Ezra & Nehemia

De Amsterdamse Cahiers leven nog. Dat mag een klein wonder heten bij de huidige kaalslag aan tijdschriften op het grensvlak van academie en samenleving. Dat heeft te maken met een kleiner wordende doelgroep, maar vooral ook met de digitalisering. Als redactie spelen we daarop in door het tijdschrift digitaal beschikbaar te maken. Tot onze verrassing blijkt er echter ook nog voldoende belangstelling te zijn voor fysieke exemplaren. We zijn nu dus hybride.

Geheel passend in dat kader is dat we nu ook de presentatie van het nieuwe nummer, over Ezra en Nehemia, online presenteren: via een webinar op donderdag 15 april 2021, 14.00-14.45 uur, via Zoom.
Men kan zich aanmelden (gratis) via info@societashebraica.nl.

Meer informatie over de inhoud is te vinden op societashebraica.nl. Via dat kanaal kan men het ook bestellen.

“Oordeel niet” – maar soms wel

“Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt” (Mat. 7:1; NBG 1951), zo houdt Jezus ons voor. Ik citeer dit graag in een tijd waarin er voortdurend geoordeeld en geëvalueerd wordt. Er wordt vaak om een beoordeling gevraagd en er zijn mensen die het heel fijn lijken te vinden om hun (soms harde) oordeel over anderen te geven. Facebook is ook op dit verlangen gebaseerd. Ik doe daar liever niet aan mee, actief noch passief.

Toch is er soms geen ontkomen aan en word ik niet alleen beoordeeld, maar moet ik ook zelf oordelen. Ik word immers geacht mijn oordeel te geven over tentamens en werkstukken. Zo was ik de afgelopen week druk bezig met het beoordelen van teksten van masterstudenten over autobiografie en Bijbeluitleg. Het lezen daarvan was een prettige bezigheid en vrijwel altijd kon ik gelukkig ook een positief oordeel geven.

Aan het eind van de week was ik ook zelf aan de beurt. Deze keer betrof het geen evaluatie van een collegereeks, maar de recensie van mijn Engelse commentaar op het boek Rechters. In het wekelijkse overzicht van de Review of Biblical Literature verscheen tot mijn verrassing ook de titel van mijn vorig jaar omstreeks deze tijd gepubliceerde boek, gerecenseerd door Richard Nelson. Die heeft drie jaar geleden zelf ook een uitgebreid commentaar op dit Bijbelboek geschreven. Dat maakte het extra spannend, want in veel opzichten geef ik een andere interpretatie. Tot mijn opluchting las ik een goede samenvatting van mijn visie en van de opzet van het commentaar. Het valt hem ook op hoeveel aandacht ik besteed heb aan de geschiedenis van het onderzoek. In zijn eigen commentaar was geen ruimte voor bibliografische gegevens. Bij de overvloed aan secundaire literatuur kan dat ook als een voordeel worden gezien. Soms was ik wat dat betreft wel een beetje jaloers op hem. Des te gelukkiger ben ik echter nu met zijn oordeel. Ik overweeg om het ook op Facebook te zetten.

Vrede!

Deze week verscheen er in Vredesspiraal, het kwartaaltijdschrift van de vereniging Kerk en vrede een artikel dat ik samen met Pieter Vos schreef over de manier waarop wij in de opleiding aan de PThU het vredesvraagstuk aan de orde stellen. Het riep bij mij herinneringen op aan lang vervlogen tijden waarin heel veel mensen bevlogen bezig waren met de strijd voor vrede. Het was de tijd – al bijna 40 jaar geleden – dat men massaal de straat op ging om te protesteren tegen kernwapens. Het was de tijd waarin er lokaal allerlei activiteiten rondom oorlog en vrede werden ontplooid. In de plaatsen waar ik toen woonde – eerst in Nieuwleusen en later in Kampen – deden we bijvoorbeeld veel aan vredesopvoeding. Zo werkten we van onderop, via ouders en hun kinderen, aan een vreedzame samenleving. Een aantal jaren later – we woonden inmiddels in Monnickendam – was de vredesbeweging nog steeds actief. Ik leverde een bescheiden bijdrage via een stukje in een regionale nieuwsbrief. Ik was geen lid van de werkgroep en was waarschijnlijk als predikant uitgenodigd omdat het ging om het Kerstnummer. Mijn bijdrage aan het werken aan vrede lag in die tijd vooral in het bewaren van de vrede in de kerk, vooral bij de jaarlijks terugkerende strijd over het al dan niet uitreiken van de progressieve vredeskrant, dan wel zijn conservatieve tegenhanger.

Als ik beide artikelen met elkaar vergelijk zie ik – gelukkig – enige consistentie. Mijn herhaalde betoog is dat vrede begint waar mensen elkaar willen ontmoeten.

Black Lives Matter

Voor het Bijbelblog van de PThU schreef ik een bijdrage over het gebruik van de Bijbel in de discussies rondom racisme. Zoals zo vaak moet je constateren dat de Bijbel weerloos is: iedereen haalt er het zijne uit. De Bijbel komt nog het meest tot zijn recht wanneer hij gelezen wordt door mensen die hun leeservaringen met elkaar willen delen en die daarbij ook openstaan voor een gesprek over hun eigen (voor)oordelen. Eerder schreef ik over mijn goede ervaringen daarmee bij het lezen van een tekst uit het boek Prediker over de dood. Elke keer ben je weer verbaasd over de blinde vlekken waarvan je je niet bewust bent. Dat bleek overigens ook weer uit een reactie die ik kreeg op mijn Bijbelblog. Ik schreef over mijn ervaringen over samen lezen van de Bijbel met studenten uit het buitenland. Een Nederlandse moeder van zwarte kinderen vertelde me hoezeer haar kinderen in ons land te maken hebben met vaak indirecte vormen van racisme. Ik had het niet zo ver hoeven zoeken. Het bepaalde me ook bij het feit dat het toch wel opmerkelijk en bedenkelijk is dat we in de PThU een vrijwel geheel blanke studenten- en docentenpopulatie hebben.

Aanvulling: een bijgewerkte versie werd gepubliceerd in het tijdschrift Onderweg (januari 2021).