Op vrijdag 17 mei was er een symposium ter gelegenheid van het afscheid van Jan-Wim Wesselius. Bij die gelegenheid boden we hem een bundel aan. Dat was niet zoals gebruikelijk een kloek Festschrift met lijvige, wetenschappelijke bijdragen van de collega’s. Het ontbrank in deze situatie aan voldoende voorbereidingstijd voor zo’n groot project. In plaats daarvan heb ik mij laten inspireren door de bijdragen die Jan-Wim indertijd zelf leverde aan het blad voor de Theologische Universiteit, Universalia. In 250 woorden beschreef hij een interessante kwestie. Aan de betrokken collega’s heb ik gevraagd om voor Jan-Wim hetzelfde te doen. Dat leverde een heel aardig speciaal nummer van Universalia op. Het bleek daarbij wel dat veel collega’s grote moeite hadden om binnen de gestelde grens te blijven. Een aantal van het ging er daarom ook ruim over heen.
Mijn bijdrage, naast het nodige redactionele werk, bestond uit een stukje in precies 250 woorden over de richter Ibzan. Ik was met Ibzan bezig geweest in het kader van mijn werk voor The Encyclopedia of the Bible and its Reception. Het is een hele eer om aan zo’n groots opgezet werk te mogen meedoen. Maar door de strikte opzet van zo’n encyclopedie is er zeer weinig speelruimte. Voor het artikel over deze richter had is slechts 70 woorden. Dat betekende dat ik voor mijn gevoel voor de bundel voor Wesselius flink kon uithalen.