Veel Genesis in de afgelopen tijd.
In het tijdschrift Vrijzinnig verscheen een artikel van mijn hand over de manier waarop in Genesis 1 over God als schepper wordt gesproken. Daarmee rakelde ik de discussie over de juiste vertaling van het in vers 1 gebruikte werkwoord weer op. Het gaat er mij echter vooral om duidelijk te maken dat dit hoofdstuk ook gelezen kan worden als de opmaat voor het werk dat de mensen te doen hebben: als beeld van God zijn zij bedoeld om zijn scheppend werk voort te zetten.
Op de PThU was er de presentatie van het nieuwe boek van Marjo Korpel en Johannes de Moor over een mogelijke Kanaänitische achtergrond van het verhaal over Adam, Eva en de slang in Genesis 3. Marjo Korpel wijdde er ook een blog aan. Zij baseren hun theorie op twee Ugaritische teksten (KTU 1.100 en 1.107). Ik heb daar ook over geschreven in mijn artikel over bezweringen (zie blz. 279-281) in het Handbook of Ugaritic Studies (1999). Ik zag en zie dat verband met Genesis 3 niet zo direct.
Kort daarna was er een door mij georganiseerde ronde-tafel-conferentie over “Texts of Terror” in Bijbel en Koran. Daarbij hield collega Gerrit Singgih uit Yokyakarta een mooi betoog over Genesis 6-8, waarin hij de intrigerende vraag stelt waarom God zo harteloos lijkt: “In Genesis 6-8 there is God’s decision to blot out human beings (except Noah and his family), because they are all corrupt and violent. But there is no explanation on what kind of corruption and what kind of violence which had been done. How can we say that this punishment is just if we do not know the reason of this punishment? (…) In Gen. 6:6 God regretted creating human beings, but in Gen. 8:21, God resolved that never again shall He destroy life as He had done before. He has come to terms with human beings. Never again shall God punish the world, and in this commitment we may detect God’s ambiguity in His former deed to wipe out the human beings. Perhaps it is not wholly just, perhaps it is more fury than just.”
Mijn ideeën over “Texts of Terror” had ik eerder uiteengezet in een artikel in het tijdschrift Exchange: “There is a crack in everything”.