Er is geen profeet die mij – naast Nahum – meer bezig houdt dan Jona. Dat heeft te maken met mijn werk aan het commentaar op Nahum. Beide profeten zijn het er roerend over eens dat Nineve als hoofdstad van de wrede Assyriërs streng gestraft moet worden. Alleen bij Jona ontspringen de inwoners van Nineve de dans. Het is boeiend om beide boeken te vergelijken en na te denken over hun plaats binnen het geheel van het boek van de Twaalf Profeten. Dat heb ik dan ook gedaan. Voor de Amsterdamse Cahiers schreef ik twee artikelen in het nummer over Jona in 2005: een overzicht van het onderzoek en een artikel over de manier waarop in de kunst het moment verbeeld wordt dat Jona de vis uit komt. In een recent nummer van Schrift heb ik dat weer opgepakt. Daarin besteed ik vooral veel aandacht aan preekstoelen in Oost-Europa in de vorm van de vis. De predikant komt daarbij als het ware uit de vis. De gedachte daarachter zal zijn dat de prediking hopelijk hetzelfde bewerkt als indertijd de (bijzonder korte) preek van Jona, namelijk een algehele bekering. In een nummer van de PThUnie legde ik via een oude prent de nadruk op hetgeen er met de profeet zelf gebeurde: als een nieuw mens kwam hij uit de vis. Overigens had Jona volgens het verhaal al veel eerder het goede voorbeeld kunnen volgen van de kapitein op het schip waarmee hij aan zijn opdracht probeerde te ontkomen. Ooit schreef ik daar iets over voor een Kamper studentenvereniging. Overigens werd ik naar aanleiding van mijn stukjes over Jona in de vis nog attent gemaakt op een opmerkelijke verwerking van dit thema in De onsterfelijke Pa Pinkelman (1952) door Godfried Bomans. Hij vertelt hoe Pa Pinkelman en de zijnen via een torpedo terecht komen in een vriendelijke walvis. Daar maakt tante Pollewop het zich gemoedelijk. Uiteindelijk komen ze er zonder problemen weer uit. De walvis wordt via een trein afgevoerd naar een museum in Moskou.
Potvissen zijn de enige walvissen, die geen plankton eten maar reuze inktvissen, van soms zelfs 250 kg. Door middel van hun sonar systeem vangen ze die squids op zeer grote diepte, tot 2km.. Het zijn ook de enige walvissen, die in alle zeeën zwemmen, zo ook de Middellandse Zee. Hun uitwerpselen zijn miljoenen waard in de parfumindustrie als amber gris. In de 16e eeuw deden vrouwen stukjes daarvan in hun pommanders, bolletjes met gaten die aan kettinkjes rond bungelden en een bepaalde geur verspreiden.
De tekst uit het boekje Jona, en de Heer beschikte over een grote vis, is zo gek niet meer,,,
Overigens ik geloof iemand persoonlijk te kennen die niet drie dagen en drie nachten, maar negen maanden in de buik van zijn moeder zat en er nog levend uitkwam.