Zaterdag 31 mei deed ik mee aan een studiemiddag over het boek van Klaas Hendrikse (zie hier de hoofdlijnen van mijn betoog). Ik was daar in de eerste plaats als schriftgeleerde. Daarom heb ik vooral aandacht besteed aan het probleem van de verhouding tussen Bijbel en traditie. Hendrikse wekt de indruk dat hij terug gaat naar de kern van het Godsgeloof zoals Mozes dat nog begreep, maar dat daarna langzamerhand verdwenen is onder een dikke laag van regels en dogma’s. Alsof hij zelf niet ook bepaald is door de traditie waarin hij staat.
Het blijkt ook aardig om Hendrikse met Mozes te vergelijken, tot op de omslag van zijn boek aan toe. Hij is er zelf mee begonnen. Ik moet constateren dat Mozes heel wat meer uitstraling heeft dan Hendrikse. Hij had zich ook beter met Prediker kunnen vergelijken. Daarmee heeft hij veel gemeen. Dan zou ook beter duidelijk gemaakt kunnen worden dat in de Bijbel en zijn tradities er wel degelijk plaats is voor twijfel. Het is de kunst daar goed mee om te gaan. Doordat Hendrikse zo hoog inzet, alsof hij Mozes zelf is, ontstaat niet alleen een vertekend beeld van God maar ook vertekend beeld van zijn eigen positie. Uiteindelijk is hij veel geloviger dan hij doet voorkomen.