Podcasts over profetie en ouderen

Het is een verbazingwekkend nieuw fenomeen: de podcast. Van alle kanten wordt mij aangeraden om er zowel als gebruiker en als maker mee aan de slag te gaan. Eerst waren er Facebook en Twitter waarmee ik mij en daarmee de universiteit nodig moest gaan profileren. Ik wacht nog op de aanmaning om plaatjes te gaan delen op Instagram en filmpjes op Tiktok. Maar tussendoor kwam dus de podcast. Dat verbaast mij, omdat het in feite om een oude manier van communiceren gaat. Ik herinner mij nog cursussen op cassettebandjes. Het enige verschil is dat die nu via internet beschikbaar zijn. En hoe zit dat nu met de aanwijzing die ik krijg als ik werk aan een website: houd het kort, want bezoekers nemen niet de tijd om lange teksten te lezen? Heeft die ongeduldig surfende lezer dan wel de rust om die soms tamelijk lange podcasts af te luisteren? Of is het een andere doelgroep?

Hoe dan ook, kort na elkaar kreeg ik uitnodigingen om mee te werken aan twee podcasts. De eerste ging over profetie, naar aanleiding van het nummer van Schrift over Amos en Micha. Een prettig gesprek met Elsbeth Gruteke. De tweede over ouderdom in de serie “Heilige Grond”. Een prettig gesprek met Frits de Lange. Ik wens de lezer die daar de tijd voor heeft veel luisterplezier.

Het acrostichon van Nahum

Het zal me lukken! Ooit zal het algemeen worden geaccepteerd en zal men inzien dat de schrijver van het boek Nahum in de beginregels via een acrostichon aan het begin en het einde van de versregels het zinnetjes ‘ik ben JHWH’ heeft verstopt en vervolgens alfabetisch aftelt naar de belijdenis ‘goed is JHWH’. Ik had die ontdekking ooit bekend gemaakt via een artikel in het Zeitschrift für die alttestamentliche Wissenschaft en daarna had ik uitgelegd in mijn commentaar op Nahum, in het Engels en later ook nog eens in het Nederlands. Enkele jaren later was ik er in een bijdrage aan een bundel nog eens op terug gekomen. Intussen was al wel duidelijk dat het niet zo snel door mijn vakgenoten werd geaccepteerd. Recentelijk nog bleek mijn ontdekking van het zinnetje ‘ik ben JHWH’ het in het commentaar van Jörg Jeremias (Biblischer Kommentar, 2019, blz. 59) het niet verder geschopt te hebben dan een vage vermelding in een voetnoot. In zijn commentaar op Nahum, Habakuk en Zefanja (The New International Commentary, 2021) blijkt Thomas Renz weer wel overtuigd. Ik constateer dat natuurlijk dan ook weer dankbaar in de recensie die ik voor Review of Biblical Literature schreef. Ook in het Nederlands weet ik vooralsnog niet van ophouden. Voor de afscheidsbundel van Jaap van Dorp vatte ik in mijn bijdrage de lotgevallen van mijn ontdekking (die ik gedeeltelijk samen met Cas Labuschagne deed) samen. Wat mij in deze motiveert is niet slechts ijdelheid, maar ook de wens om een schrijver uit lang vervlogen tijden recht te doen.