Als ik me weer eens heb laten verleiden tot het schrijven van een recensie voel ik soms de neiging opkomen om met Prediker de verzuchting te slaken dat er maar geen einde komt aan het maken van veel boeken. Via via was ik gevraagd om voor de Review of Biblical Literature het commentaar van Duane Christensen op Nahum te bespreken. Ik wist dat het er aan kwam, want we hadden er al vrij intensief email contact over gehad. Ik wist ook dat Christensen grote waardering had voor mijn commentaar uit 1997. Het streelde me natuurlijk ook toen ik met eigen ogen kon constateren dat ik zeer veel geciteerd wordt. Net als ik heeft Christensen hoge waardering voor het literaire gehalte van het boek. Ik kan hem echter niet volgen in zijn wel erg ver doorgevoerde logotechnische benadering. Ik vind dat je die serieus moet nemen. Cas Labuschagne schrijft er goede dingen over en komt soms met hele mooie resultaten, zoals te zien is op zijn website. Maar Christensen slaat mijns inziens door. Bij alle waardering voor zijn degelijke commentaar (ruim 450 bladzijden over drie hoofdstukken Hebreeuwse tekst) kan ik dat niet onvermeld laten. Dat maakte het schrijven van deze recensie erg lastig.